Deze voorbeelden geven je kennis over sterken merken
11 september 2018
‘Zo! En nu jij. Hoe bevalt het leven zonder ingewikkelde communicatievraagstukken?’ Mijn vriendin Mendy die een jaar geleden succesvol voor zichzelf is begonnen, zet haar mok op de tafel en kijkt me aan. ‘Hoezo?, vraag ik’. ‘Nou je hebt vast geen notitieboekje meer naast je bed liggen nu je in een boekenwinkel werkt.’ Ik veer overeind en wijs met mijn vinger naar de stapel Friestalige kinderboeken op de keukentafel. ‘Het is wel dé boekenwinkel van de Afûk he?!’, zeg ik trots. ‘Ja dat is zo. Maar ik kan me geen leven voorstellen waarin ik niet bezig ben met de ontwikkeling van een sterk merk.’ Ik zie haar glunderen. Ik denk na, hoe ervaar ik dit eigenlijk? En voordat ik het besef roep ik: ‘Ik ook niet’. ‘Dus toch! Je komt terug?’ Mijn vriendin zit op het puntje van haar stoel. Ik vouw mijn handen om mijn mok en kijk mijn vriendin recht in de ogen. ‘Wat houdt dat in, bouwen aan een sterk merk?’
Mendy leunt weer achterover en aan haar gezichtsuitdrukking kan ik zien dat ze aan het nadenken is. Dan zie ik dat haar mond open gaat: ‘Je telkens als bedrijf afvragen of je consistent bent in al je uitingen, ook in gedrag. Je moet weten waar je als bedrijf voor staat.’ Ze neemt een slok. ‘Dus je DNA is je barometer?’, vraag ik nog half in gedachten. Mijn vriendin knikt.
‘Over sterke merken gesproken’, zeg ik. ‘Twee weken geleden vierde de Afûk haar 90ste verjaardag. 90 jaar!’ ‘Zo, ik had geen idee dat de Afûk al zo lang bestaat vult mijn vriendin mij aan.’ ‘Het jubileumfeest, vervolgde ik, was in “De Harmonie”. Ik zat naast Annet van der Meulen, die ken je toch nog wel? en naast Hitty van der Hout een collega uit de winkel. Hitty vroeg of ik weleens op het podium had gestaan in één van mijn vorige banen. En die vraag bracht me terug bij de andere jubileums die ik heb bijgewoond. Bij andere bedrijven en altijd vanuit een actieve rol. Van elk ‘feestje’ leerde ik en iedere invulling werd groter en meeslepender. De Innovation Day, die ik mocht organiseren i.v.m. 50 jaar Berghof Group was een gigantische show. ‘Maar goed…’ Ik wrijf met mijn hand over mijn wang. ‘Ik keek weer naar de sprekers op dat podium in “De Harmonie” en ik dwaalde in een vergelijking. Hierbij het Afûk-feest ontbrak die Hollywood-allure, terwijl 90 toch meer zegt dan 50 jaar?’ Mijn vriendin haalt haar schouders op. ‘Ik begreep het pas toen Elske de Wallweer onverwachts het podium op kwam’. ‘Wat begreep je?’ vraagt mijn vriendin. ‘Waarom de opzet anders van aard was!’ Ik zie de opgetrokken wenkbrauwen van mijn vriendin en besluit mijn laatste citaat te verduidelijken. ‘Weet je nog dat er kritiek was op de opening van Leeuwarden Culturele Hoofdstad 2018? ‘Ja, het was in ieder geval anders dan verwacht’. ‘Precies ja dat! Past toch helemaal in “het Friese DNA”? Mijn vriendin kijkt me lachend aan en schudt haar hoofd.
Ik trek de mouwen van mijn shirt omhoog en wikkel mijn haar in een knot. In “de showbizz” draait het alleen nog maar om hoogtepunten. Dat levert sensatie op. Tijdens de Innovation Day bij Berghof Group ging het om het stapelen van hoogtepunten. En dat werkte! ‘Maar bij de Afûk past dat niet he!’ ‘Nee, roep ik! De Afûk heeft een unieke positie en is door haar zichtbaarheid een Fries icoon op zichzelf. Het hoeft zich niet zo nodig te bewijzen in de markt. Een ambachtelijk feest wat eindigt met vuurwerk volstaat. Ik geloof ook dat dát de intentie is van de organisatie van LF2018. Een ingetogen maar stijlvolle opening, lancering van grootste projecten zoals Lân Fan Taal, met meer geluid en een lawaaierig feestje in augustus zodra “De Reuzen van Royal de Luxe” zichtbaar zijn in het centrum van Leeuwarden’. Mijn vriendin lacht. ‘Het jubileumfeest van de Afûk volgde hetzelfde ‘Friese’ stramien. Het begon met een betoog over het instappen van een te grote schoen. En het eindigde met een dankwoord in de vorm van een lied gezongen door Elske de Wall. Magistraal! Een merk maak je sterk als je in gedrag, woord en beeld één bent toch?’ Mijn vriendin knikt, lacht en zegt: ‘Dus je bent geen speler maar toeschouwer’. Ik geef haar een knipoog en zeg: ‘Ja zo eentje met een notitieboekje in de tas voor het geval ik iets zie dat geschreven moet worden.’